Is plastische chirurgie een zegen of vloek voor mensen?

Auteur: Sanne van Rij

Is plastische chirurgie een ramp of een zegen voor de mensheid en dan vooral het vrouwelijke deel? Cosmetisch arts Floor Claus vindt het winst dat mensen aan hun uiterlijk kunnen laten sleutelen, hoogleraar sociologie Giselinde Kuipers ziet de druk op mensen toenemen om perfect te zijn.

Het is even passen en meten in de lobby van het Conservatoriumhotel, in Amsterdam, waar de fauteuils nét te ver uit elkaar staan voor een comfortabel gesprek. De kliniek van esthetisch arts Floor Claus zit hier om de hoek, socioloog Giselinde Kuipers is vanuit Utrecht naar de hoofdstad gekomen. Ze komen er al snel achter dat ze Leuven gemeen hebben, de stad waar Claus studeerde en Kuipers nu lesgeeft als hoogleraar. In koor: ‘Wát een leuke stad.’

Hoewel het duo er een totaal andere carrière op na houdt, zijn ze wel geïnteresseerd in hetzelfde onderwerp: het uiterlijk. Claus specialiseerde zich na haar studie geneeskunde aan het AMC in 2002 als een van de eersten in Nederland in de cosmetische geneeskunde, Kuipers doet onderzoek naar schoonheid en ongelijkheid.

Zo begeven ze zich beide in het cosmetische circuit, een branche die almaar populairder wordt. Het aantal fillerbehandelingen is gegroeid van 140.000 ingrepen in 2016 tot bijna 300.000 in 2023, blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, in Rotterdam. Dagblad Trouw concludeerde in 2023 – aan de hand van cijfers van de Kamer van Koophandel – dat het aantal cosmetische klinieken de afgelopen tien jaar is vervijfvoudigd. Geïnteresseerden zijn vaak vrouw, soms nog heel jong: vier op de tien Nederlandse vrouwen tussen de 16 en 24 jaar oud overwogen in 2022 een ingreep, stelde het EenVandaag Opiniepanel.

Volgens Kuipers zitten esthetische ingrepen in de lift vanwege de ontwikkeling van visuele cultuur en sociale media (filters, influencers met perfecte symmetrische gezichten), onze huidige consumptiecultuur, die gekoppeld is aan identiteit, en een democratiseringsproces; schoonheid is niet alleen meer toegankelijk voor de elite. De vraag die deze ontwikkeling oproept: is het winst dat we ons uiterlijk zo naar onze smaak kunnen vormgeven?

‘Esthetische ingrepen zouden subtiel moeten gebeuren, je moet het eigenlijk bijna niet zien’ – Floor Claus

‘“Winst” is misschien een groot woord’, zegt Claus, die in haar kliniek onder meer huidtherapie, cosmetische chirurgie en injecties aan cliënten aanbiedt. ‘Maar ik zie wel dat mensen er gelukkig van kunnen worden. Soms storen ze zich hun leven lang aan iets, en jij neemt die factor dan voor ze weg. Neem wallen of een frons: typisch iets waar mensen vaak op gewezen worden. Ben je boos of moe, vraagt men dan. Mensen kunnen daar echt onder lijden, hè? Als ik dat kan verbeteren, zie ik dat toch wel als winst. Het werkt ook gewoon een stuk beter dan een crèmepje.’

Kuipers knikt terwijl Claus praat. Na even nagedacht te hebben: ‘Ik vind het heel dubbel. We weten dat mensen gelukkig worden als ze er goed uitzien, dat het een vorm van zelfexpressie is. Dat nu bijna iedereen die mogelijkheid heeft, zou je als winst kunnen beschouwen. En inderdaad: als je uiterlijk ver onder het gemiddelde zit, kun je daaronder lijden, al is het de vraag hoeveel cliënten werkelijk aan die beschrijving voldoen.’

Floor Claus

Ze kijkt even de chique lobby in, naar vrouwen op hakken, mannen in pak. ‘Wat ik lastiger vind, is dat esthetische ingrepen een soort onderlinge competitie in gang zetten. Mensen moeten aan steeds hogere standaarden voldoen, zijn zich hyperbewust geworden van hun uiterlijk. Wat honderd jaar geleden ver boven gemiddeld was, is nu de minimale norm. Toen was het al heel wat als je veertig was en al je tanden nog had.’

Ze wijst naar haar mond. ‘Ik ben van de laatste generatie met een scheef gebit. Nu is de norm dat het wit is, recht, en van jezelf. Iedereen werkt steeds harder om mee te doen aan de norm, een mechanisme dat je de ratrace noemt – een situatie die maatschappelijke schade veroorzaakt, doordat mensen veel te hard moeten lopen. Individueel kan er dan best winst zijn, maar wat heb je eraan als collectief? We stoppen zoveel tijd, geld en ontwikkelkracht in cosmetische ingrepen: hoeveel verder willen we daar nog in gaan?’

Claus: ‘Nou ja, ik ben bijvoorbeeld wel blij met de komst van afvalmedicijn Ozempic, dat wij in de kliniek ook voorschrijven. Het is een omstreden onderwerp, maar ik spreek zoveel mensen die al jaren proberen af te vallen, en ten einde raad zijn. Hun kwaliteit van leven verbetert zo aanzienlijk.’

‘Ik snap dat jij esthetische ingrepen als een keuze ziet, maar keuzes worden ook sociaal gedicteerd’ – Giselinde Kuipers

Kuipers: ‘O, maar ik ben ook niet per se tegen Ozempic, want we weten gewoon dat er een afschuwelijk stigma op overgewicht heerst. Wat ik wel denk: er zou meer onderscheid gemaakt moeten worden tussen mensen die objectief afgerekend worden op hun uiterlijk, en de mensen voor wie dat niet geldt. Laatst zeiden een paar dunne, knappe studentes tegen me dat ze Ozempic willen nemen als hun gewicht boven een bepaald getal komt, en daar heb ik wel een stevige discussie met ze over gehad. Ik zie het als een cultureel-maatschappelijke verantwoordelijkheid om het gros van de maatschappij te ontmoedigen, niet aan te moedigen. Daarom vind ik bijvoorbeeld dat ik, als vrouw van 52, mijn rimpels moet accepteren.’

Claus, lachend: ‘Maar dat hoeft dus niet meer, in deze tijd.’ Daarna, serieuzer: ‘Als jij het over een ontmoedigingsbeleid hebt, denk ik eerder: steek die energie liever in een antirookbeleid, zodat de huid automatisch gezonder blijft. Ik vraag me ook af waar we dan de grens zouden moeten trekken – dat een antiacnebehandeling in de ziektekostenverzekering is opgenomen, vind ik bijvoorbeeld juist goed. Het zou natuurlijk mooi zijn als iedereen berusting zou kunnen vinden in zijn uiterlijk, maar dat is niet realistisch. Vraag en aanbod zijn er nu eenmaal.’

Kuipers: ‘Maar over dat aanbod kun je ook vragen stellen, natuurlijk. Moeten we maar gewoon accepteren dat het nu eenmaal zo is, of zouden we daar ook op een andere manier naar kunnen kijken? Ik denk in ieder geval dat dit aanbod sociale ongelijkheid vergroot, een schoonheidskloof die we ook kennen van obesitas.

Esthetische ingrepen doe je niet eenmalig, je moet er je hele leven mee door kunnen blijven gaan. En je geeft mensen ook een bepaalde druk mee: dat je iets moet met alles waar een krasje of rimpeltje op zit.’

Claus: ‘Dat is zeker waar. Vrouwen willen niet de enige van hun vriendinnen zijn die niets doet. Al denk ik dat je toch niet kunt voorkomen dat vrouwen die druk ervaren, omdat het ook te maken heeft met vruchtbaarheid willen uitstralen.’

Kuipers: ‘Maar er zijn ook samenlevingen waarin het uiterlijk voor mannen belangrijker is dan voor vrouwen. Dus de koppeling van vruchtbaarheid aan schoonheid is in zekere zin cultureel.’

Claus: ‘Dat geloof ik meteen. Ik dacht nog wel aan wat je eerder zei, over een onderscheid maken tussen mensen die objectief worden afgerekend op hun uiterlijk, en de mensen voor wie dat niet geldt. Daar houd ik me mee bezig, in de kliniek, want ik moet het probleem van een cliënt wel begrijpen. Als een heel knap persoon iets onbegrijpelijks wil laten doen, zeg ik: hier valt niks te verhelpen. En mijn twee dochters van 21 en 23 hebben bijvoorbeeld ook nog niks te zoeken in de kliniek. Ik vind al die doorgeslagen voorbeelden ook verschrikkelijk. Überhaupt zouden esthetische ingrepen subtiel moeten gebeuren, je moet het eigenlijk bijna niet zien.’

Giselinde Kuipers

Kuipers: ‘Het is interessant dat je dat benoemt, want in de manier waarop mensen esthetische ingrepen laten doen, zit ook weer een ongelijkheidsaspect. Mensen uit geprivilegieerde omgevingen laten het netjes en naturel doen. Dat gaat dan door voor smaakvol, maar in realityprogramma’s zie je alleen maar opvallende lippen en borsten. In die keuzes, die verschillen per sociaal-economisch milieu, zit iets onrechtvaardigs. Zelfs als je cosmetische chirurgie toegankelijk voor iedereen maakt, versterkt het de ongelijkheid via de weg van smaak.’

Claus: ‘Toch denk ik: ja, je visie zal zeker beïnvloed worden door je omgeving, maar het blijft honderd procent je eigen, vrije keus.’

Kuipers: ‘Die uitspraak vind ik een beetje een dooddoener, sorry, want zo plaats je het buiten de discussie. Ik snap goed dat jij esthetische ingrepen als een keuze ziet, maar keuzes worden voor een groot deel sociaal gedicteerd. Hoeveel vrije keus heb je nog als je constant wordt gebombardeerd met beïnvloeding? Met berichten die zeggen: je neus is een probleem, je haar, je ogen, je huid?’

Claus: ‘Ja, ik zie alle reclames natuurlijk ook voorbijkomen. Die zijn heel anders dan in onze jeugd. Toch blijf ik erbij: met esthetische ingrepen kun je mensen helpen om zich beter of gezonder te voelen.’

Kuipers: ‘En dan denk ik nog steeds: ik ben er niet op tegen om iets aan je uiterlijk te laten doen, maar de kwaliteit van je leven hoeft niet achteruit te gaan van kraaienpootjes. Dat mensen die een zevenenhalf zijn nu een negen willen worden, dáár zit het probleem in. Daar zouden we als collectief over moeten praten.’

Claus: ‘Tja, ik kan die mensen op zich wel helpen om die negen te worden. Dat vind ik zelfs heel leuk, en mijns inziens is daar niet zoveel mee mis. Maar dat de focus wel wat minder op het uiterlijk zou mogen liggen, ben ik met je eens.’

En dan, hartelijk: ‘Leuke baan heb je, trouwens.’

Kuipers, vrolijk: ‘Jij ook. Het lijkt me heel dankbaar werk.’

Bron: FD.nl – FD Persoonlijk
Auteur: Sanne van Rij

afspraak maken

X